Aangifte van nalatenschap
Wat is een aangifte van nalatenschap?
(Advies Nalatenschap FS Advies of bel naar 0479 09 25 32)
De overheid verplicht u om de nalatenschap aan te geven. Want u moet daarop een erfbelasting betalen. Die belasting wordt geheven op het nettoactief: dat is wat overblijft nadat de passieve nalatenschap (schulden en begrafeniskosten) afgetrokken zijn van de actieve (roerende en onroerende goederen).
De erfbelasting geldt wanneer de overledene een ‘rijksinwoner’ was. Dat betekent dat hij zijn werkelijke of fiscale woonplaats in België had. Was hij geen rijksinwoner? Dan doet u alleen aangifte als in de nalatenschap onroerende goederen (grond(en), vastgoed) in België zitten. Die worden belast met het ‘recht van overgang’
Kunt u een vrijstelling vragen?
Nee, in Vlaanderen moet u na een overlijden altijd aangifte doen. Daarin vermeldt u de gegevens van de overledene en de gegevens van de aangevers. Is er niets aan te geven? Vermeld dan op het formulier ‘niets’ en trek een streep door de betreffende rubriek.
In Brussel en Wallonië kunt u wél een vrijstelling krijgen, op twee voorwaarden:
- De nalatenschap van de rijksinwoner bevat geen onroerende goederen.
- U bent geen erfbelasting verschuldigd – omdat de waarde van de roerende goederen zo klein is.
Wie doet de aangifte?
Bij het overlijden van een Belgische rijksinwoner:
- alle erfgenamen (inclusief echtgenoot, echtgenote of wettelijk samenwonende);
- de personen die een algemeen legaat kregen (= zij die volgens het testament alle goederen van de nalatenschap werden toegewezen).
Meestal stellen alle erfgenamen één gezamenlijke aangifte op. Wat met erfgenamen die de nalatenschap verwerpen? En met bijzondere legatarissen (= zij die volgens het testament een deel van de nalatenschap kregen)? Afhankelijk van de hoedanigheid van de aangever, dient dit aangeduid te worden in de aangifte.
Bij het overlijden van een niet-rijksinwoner:
- zij die onroerende goederen (grond(en), vastgoed) in België verwerven.
Waar doet u de aangifte?
Mits de overledene in de periode van vijf jaar voor het overlijden het langst heeft gewoond in het Vlaams Gewest, doet u de aangifte via de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL).
(De aangifte van nalatenschap indienen via het formulier)
Hier moet u ook zijn als u onroerende goederen in België erfde van een niet-rijksinwoner.
Was de laatste fiscale woonplaats van de overledene in het Brussels Hoofdstedelijk of Waals Gewest?
Klop dan aan bij het Kantoor Rechtszekerheid in de laatste fiscale woonplaats van de overledene – in het gewest waar hij de vijf jaar voor zijn overlijden het langst zijn domicilie had. Waarom is dit gewest belangrijk? Omdat de tarieven in de erfbelasting verschillen van gewest tot gewest.
Welke erfbelasting geldt?
Voor de roerende en de onroerende goederen geldt de erfbelasting van het gewest waar de overledene woonde.
Wanneer doet u de aangifte?
De termijn waarbinnen u aangifte moet doen, is afhankelijk van de plaats van overlijden.
De persoon overleed in:
- België: dan hebt u vier maanden tijd;
- Europa: dan hebt u vijf maanden tijd;
- buiten Europa: dan hebt u zes maanden tijd.
Die termijn start op de dag van het overlijden. Onder bepaalde voorwaarden mag u een verlenging aanvragen.
Laat u de aangifte opstellen door uw notaris of een andere expert?
Het opstellen van een aangifte van nalatenschap is niet eenvoudig. Het vraagt om een grondige kennis van het fiscaal en burgerlijk recht. Daarom doet u er goed aan om dit over te laten aan uw notaris of andere specialist, bijvoorbeeld het bureau Advies Nalatenschap. Advies nalatenschap begeleidt u bij het opmaken en het invullen van de aangifte nalatenschap, tegen een lagere vergoeding dan de notaris. Advies Nalatenschap komt tevens bij u thuis om alles efficiënt voor te bereiden en vervolgens kunt u rekenen op een vlotte behandeling en een zorgeloos verloop.
Contact?
Koninklijke Federatie van het Belgisch notariaat vzw (Bergstraat 30-34, 1000 Brussel).
Bel 02 505 08 11 of mail [email protected].
Advies Nalatenschap. FS Advies of bel naar 0479 09 25 32
Prijs bij de notaris?
U betaalt de notaris een percentage van het bruto actief van de nalatenschap (= alle bezittingen, exclusief schulden). Voor een overlijden in rechte lijn en tussen echtgenoten – is dat: • 1,00% bij een nalatenschap tussen 0 en 32.000 euro;
- 0,75% bij een nalatenschap tussen 32.001 en 120.000 euro;
- 0,50% bij een nalatenschap tussen 120.001 en 300.000 euro;
- 0,25% bij een nalatenschap tussen 300.001 en 950.000 euro;
• 0,15% bij een nalatenschap > 950.001 euro. In de zijlijn en in de andere gevallen worden bovenstaande barema’s met de helft verhoogd (dus 1,00% wordt dan 1,50% enz.).
De barema’s worden met 1/3 verminderd in de volgende gevallen:
- als de nalatenschap niet belastbaar is,
- als het passief meer dan de helft van het actief bedraagt.
LET OP: Deze tarieven zijn NIET bindend en zijn louter indicatief.
Welke documenten neemt u mee naar de specialist of notaris?
PERSOONLIJKE GEGEVENS
Van de overledene:
- rijksregisternummer;
- trouwboekje (eventueel met huwelijkscontract);
- een uittreksel van de overlijdensakte.
Indien van toepassing: testament en afschrift van de akte van schenking of gift onder levenden.
Meld aan de notaris ook het laatste beroep en de laatste woonplaats van de overledene.
Van de erfgenamen:
- identiteitskaart (met rijksregisternummer);
- adresgegevens
ADMINISTRATIEVE INFO VAN DE NALATENSCHAP:
ACTIEF EN PASSIEF
Het actief van de nalatenschap omvat:
- de onroerende goederen: eigendomstitel, adres, waarde, … (Verkocht de overledene minder dan drie jaar geleden een onroerend goed? Breng dan ook daarvan de papieren mee.);
- de financiële instellingen: bank- en postrekeningen, inclusief fiscaal attest van de bank met info over zicht-, spaar-, effecten- en termijnrekeningen, over pensioensparen, over obligaties en kasbons, over kluizen, …;
- de auto: inschrijvingsbewijs, aankoopbewijs, kilometerstand, … (Zijn er nog andere voertuigen zoals een motor, boot of caravan? Breng daarvan aankoopfactuur en inschrijvingsbewijs mee.);
- de belastingen: info over terug te vorderingen belastingen;
- brandverzekeringspolis van de inboedel;
- levensverzekeringspolis;
- nalatenschappen en giften die de overledene minder dan drie jaar geleden kreeg.
Het passief van de nalatenschap omvat:
Documenten over:
• aktes, hypothecaire kredieten en leningen;
• onderhandse leningen en leningen op afbetaling;
• schulden bij banken en particulieren;
• nog te betalen belastingen (aanslagbiljetten, personenbelasting, provinciebelasting, …);
• facturen opgemaakt vóór het overlijden maar betaald ná het overlijden, zoals ziekenhuis- doktersfactuur, eindafrekening van het rust-en verzorgingstehuis, alsook begrafenisfactuur, koffietafel, grafzerk, rouwdrukwerk,...
Stelt u zelf de aangifte op?
Om de aangifte te doen, gebruikt u een modelformulier.
Voor het Vlaams Gewest downloadt u dat op http://belastingen.vlaanderen.be.
U mag het ingevulde document online, per fax of per post indienen.
Voor het Brussels Hoofdstedelijk en Waals Gewest surft u naar My Minfin. U gaat naar
Myminfin zonder authentificatie en kiest het tabblad formulieren (onder gegevens en documenten), onder het thema Successierechten > Aangifte van nalatenschap.
U hebt altijd de keuze tussen een blancoformulier en een formulier mét leidraad.
Praktische tips: print uw formulier af op kwaliteitsvol papier. De bladen zijn genummerd: niet ze in de juiste volgorde aan elkaar.
Wat vermeldt u in de aangifte?
Alle gegevens die nodig zijn om de erfbelasting te berekenen. Zoals de samenstelling van de nalatenschap, de waarde van de goederen en wie wat erft. Bij de VLABEL waar u de aangifte indient, kunt u meer info vragen over de wettelijke voorschriften. Door online een afspraak te maken, kunt u de aangifte tevens laten nalezen door de medewerkers van de VLABEL.
De aangevers
Iedere erfopvolger moet aangifte van de nalatenschap doen. Ofwel maakt u een gezamenlijke aangifte met andere erfopvolgers, ofwel dient u een afzonderlijke aangifte in.
Iedere erfopvolger moet zijn ingediende aangifte ondertekenen.
Voorbeeld
Als erfopvolgers bent u met drie broers. U doet de aangifte met één broer. U vult beiden uw naam in bij de rubriek ‘Aangevers’ en ondertekent beiden de aangifte. Vermeld de naam van broer 3 bij de rubriek ‘Andere erfgenamen’. Aanvaardt broer 3 de nalatenschap? Dan moet hij zelf een individuele aangifte invullen en ondertekenen. Verwerpt hij de nalatenschap? Dan hoeft hij geen aangifte te doen.
Op het aangifteformulier vermeldt u uw:
- voornaam;
- familienaam;
- rijksregisternummer;
- relatie tot de overledene.
Doet u een gezamenlijke aangifte? Dan komt alle correspondentie toe op het ene adres dat u opgaf. U krijgt allemaal apart de gezamenlijke afrekening (= aanslagbiljet met het volledige bedrag) én een individuele afrekening (= aanslagbiljet per erfgenaam).
Doet u een individuele aangifte? Dan krijgt u uw individuele afrekening opgestuurd naar het adres dat u opgaf in de aangifte.
De overledene
Vermeld op de aangifte:
- de volledige identiteit van de overledene;
- de plaats van overlijden;
- de datum van overlijden.
Was de overledene getrouwd?
Vermeld dan de identiteit van de huwelijkspartner, de huwelijksdatum en het eventuele huwelijkscontract. Er is ruimte voorzien voor een gedetailleerde beschrijving van de verdeling van het gemeenschappelijke vermogen en de huwelijksvoordelen. Woonde de overledene wettelijk samen? Geef dan de identiteit van de wettelijk samenwonende door.
Was de overledene een rijksinwoner? Vermeld dan voor zijn laatste vijf jaren: adres, datum en duur van de vestiging van zijn fiscale woonplaatsen.
De erfgenamen, legatarissen of begiftigden
Welke info geeft u op voor erfgenamen, legatarissen, begiftigden én hun huwelijkspartner?
- voornaam, familienaam, beroep, domicilie, geboortedatum en geboorteplaats;
- graad van verwantschap met de overledene;
- wat ieder van hen krijgt;
- de titel verkregen door de nalatenschap.
Wat als iemand de nalatenschap verwerpt?
Ook dan geeft u van die persoon de bovenstaande identiteitsgegevens op. Vermeld ook welk aandeel van de nalatenschap wordt verworpen.
Hoe verloopt de correspondentie met deze personen? Vul één adres in waarop alle erfgenamen, legatarissen en begiftigden de documenten ontvangen.
Testamenten en schenkingen
In het formulier vindt u een vak dat u aanvinkt als de overledene een wilsbeschikking maakte. Zoals een notarieel, eigenhandig of internationaal testament. Stuur daarvan een kopie mee.
Deed de overledene in de drie jaar voor zijn overlijden een schenking? Vermeld dan:
- wie de begunstigde was;• wat de waarde van de schenking was. Bovenstaande info is nodig om het schenkingsrecht te berekenen (als dat nog niet werd geheven) of om erfbelasting te heffen op de geschonken goederen, indien het gaat om niet-geregistreerde roerende schenkingen gedaan in de periode van drie jaar voor het overlijden van de schenker.
Ook schenkingen van aandelen van een familiale onderneming moet u vermelden!
Vruchtgebruik en fideï-commis
Had de overledene een vruchtgebruik of een goed met fideï-commis?
Geef dan aan:
- over welke goederen het gaat;
- welke personen als begiftigden zijn aangeduid.
Bij de waardering speelt de leeftijd van de vruchtgebruiker een rol: hoe jonger die is, hoe groter de waarde van het vruchtgebruik.
Huisraad
Heeft de overledene lichamelijk roerende goederen (= tastbare goederen, zoals schilderijen) die zijn verzekerd? En liep die verzekering nog op het moment van overlijden? Dan bent u als aangever verplicht om de polisgegevens te vermelden:
- naam en adres van de verzekeraar;
- datum en nummer van de polis;• verzekerde goederen en verzekerde waarde. Bevestig ook dat de goederen – naar uw weten – niet zijn opgenomen in nog andere polissen.
Waren de goederen van de overledene niet verzekerd op de overlijdensdag? Bevestig dat dan uitdrukkelijk in de aangifte.
Bijzondere regelingen
Denkt u in aanmerking te komen voor een vermindering of vrijstelling van erfbelasting?
Kruis dan die optie aan in het aangifteformulier.
Abattement (= laagste schijf dat niet belast wordt) voor gehandicapte personen: U dient hier niet het attest van de handicap aan toe te voegen.
Vermindering in het kader van uw familiale onderneming of vennootschap: Stuur het attest mee, samen met uw aangifte.
Actieve nalatenschap
De actieve nalatenschap bestaat uit alle roerende en onroerende goederen in binnen- en buitenland. Als de overledene een Belgische rijksinwoner was, betaalt u erfbelasting op zijn nalatenschap.
Opgelet: er kunnen ook erfbelasting gelden op goederen die niet tot de nalatenschap horen. Zoals op:
- kapitaal of rente uit een levensverzekering, afgesloten door de overledene;
- roerende goederen die de overledene schonk in de drie jaar voor zijn overlijden – waarop nog geen schenkingsrecht werd geheven.
Roerende goederen
Geef van elk stuk een nauwkeurige beschrijving en begroting. Voorbeelden zijn: • bankrekeningen en kluizen;
- kasbons en aandelen;
- verzamelingen,
- meubels;
- persoonlijke voorwerpen;
- auto, caravan, boot, …
Onroerende goederen
Vermeld van elk onroerend goed de kadastrale aanduiding: afdeling, sectie en perceel-nummer.
Passieve nalatenschap
De passieve nalatenschap bestaat uit bepaalde kosten en schulden. Die worden afgetrokken van de actieve nalatenschap. Zo wordt u alleen belast op de nettoactieve nalatenschap.
In het Vlaams Gewest geldt een forfaitaire begroting (aangepast door de index) voor de passieve nalatenschap:
- voor schulden eigen vermogen: 1500 euro te indexeren;
- voor schulden gemeenschappelijk vermogen: 3000 euro te indexeren
- voor begrafeniskosten: 6000 euro te indexeren.
Denkt u dat het om meer geld gaat? Dan mag u altijd de werkelijke bedragen opgeven: u moet dan alle facturen én betaalbewijzen voorleggen – kopies volstaan. Kiezen voor een combinatie mag ook: bijvoorbeeld een forfait voor de schulden en het reële bedrag van de begrafeniskosten.
Tot de begrafeniskosten behoren onder meer de kosten voor:
|
|
Kosten voor rouwkleding worden niet aanvaard, evenmin als voor overbodige luxe-uitgaven.
Tot de schulden behoren onder meer:
- belastingen;
- kosten van de laatste ziekte;
- kosten voor telefoon, water, gas en elektriciteit.Kortom: alle kosten die dateren van vóór het overlijden, maar nog moeten worden betaald ná het overlijden.
Zijn er nog andere schulden?
Vermeld daarvan dan:
- naam, voornaam en domicilie van de schuldeiser;
- oorzaak van de schuld;• datum van de akte (als die bestaat). U moet het bestaan van de schuld en het bedrag ervan kunnen aantonen: voeg daarom bewijsstukken toe in de aangifte.
Wat met de passieve nalatenschap van een nietrijksinwoner?
Die wordt in principe niet afgetrokken van de actieve nalatenschap.
Wie bepaalt de waarde van de goederen?
Het zijn de erfgenamen die de waarde van de goederen schatten. Dat gebeurt op basis van de verkoopwaarde van de goederen op de dag van het overlijden.
Voor de onroerende goederen in België kiest u tussen drie opties voor de waardebepaling: 1. De erfgenamen maken zelf een schatting. Bijvoorbeeld gebaseerd op de verkoopprijs van vergelijkbare goederen in dezelfde omgeving. Opgelet: vindt de administratie dat een goed te laag is ingeschat? Dan kan zij een tekortschatting opleggen, met bijkomende erfbelasting en een belastingverhoging als mogelijk gevolg.
De erfgenamen vragen een schatting aan bij de Vlabel, de zogenaamde ABS-schatting (kosteloos). Die schatting is bindend voor zowel de administratie als de erfgenamen: ze wordt gebruikt om de erfbelasting te berekenen. Als aanvrager mag u documenten aanreiken die u nuttig lijken om de waardebepaling te doen. Het kan ook zijn dat de administratie het goed ter plaatse komt bekijken. De schatting dient tijdig aangevraagd te worden, maar het resultaat hebt u nog niet nodig als u de aangifte indient. Enkel de aanvraag van de schatting dient te gebeuren binnen de indieningstermijn van in beginsel vier maanden.
De erfgenamen vragen een schatting aan bij een erkend landmeter-expert - schatter. Deze schatting is bindend voor de administratie maar niet voor de erfgenamen. Het schattingsverslag dient bijgevoegd te worden bij het aangifteformulier. Deze schatting is niet gratis maar is afhankelijk van de aard en grootte van het onroerend goed.
Wat gebeurt er als een onroerend goed verkocht wordt tegen een hogere waarde nadat het werd opgenomen in de aangifte van nalatenschap?
Indien een ABS-schatting werd aangevraagd of indien een beroep werd gedaan op een erkend expert-schatter, dan is de waarde bindend voor de belastingdienst, zelfs indien het onroerend goed tegen een hogere waarde wordt verkocht. Indien het onroerend goed op een andere wijze werd gewaardeerd, dan is er wel een risico op tekortschatting, vooral als het onroerend goed verkocht wordt voor een hogere waarde dan de aangegeven waarde. Tot en met 1 april 2019 was er een tolerantie van de Vlaamse belastingdienst dat in geval van latere verkoop van het onroerend goed met meerwaarde binnen de twee jaar vanaf de aangifte ervan, er enkel aanvullende erfbelasting verschuldigd is, indien de belastingplichtige spontaan de hogere verkoopwaarde aangaf (Tolerantie Vlaamse belastingdienst ‘meerwaarde onroerend goed’ van 19 juni 2015). Deze tolerantie is nu vervallen, aangezien ze uitdrukkelijk vermeldde slechts van toepassing te zijn zolang het systeem van ABS niet in werking is getreden.
Wel wordt de belastingverhoging gehalveerd indien de belastingplichtige uit eigen beweging en binnen de 10 maanden de tekortschatting spontaan aangeeft.
Indien de meerwaarde kleiner is dan 10%, zal er geen belastingverhoging opgelegd worden, maar dient u wel nog steeds de meerwaarde aan te geven en zal er aanvullende erfbelasting geheven worden.
Wat als de aangifte niet in orde is?
U dient de aangifte niet of laattijdig in
Als u uw aangifte niet of laattijdig indient of u vraagt uitstel, volgt er een sanctie. De belastingverhoging op uitstel bedraagt minstens 1% van de te betalen erfbelasting. Onder bepaalde voorwaarden kan dit echter wel kwijtgescholden worden. Voor het Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest betaalt u een boete van 25 euro per erfgenaam per maand. De boete bedraagt maximaal een tiende van de nog verschuldigde erfbelasting.
U schat de nalatenschap te laag in
Als u de nagelaten goederen te weinig naar waarde schat, volgt er een sanctie.
Voor onroerende goederen en onlichamelijk roerende goederen
In het Vlaams Gewest geldt een belastingverhoging, die afhankelijk is van het tekort. Bedraagt dat tussen 50 en 100 procent van de echte waarde? Dan is de belastingverhoging 15 procent. Goed om te weten: bedraagt het tekort minder dan 10 procent van de echte waarde? Dan hoeft u niet bij te betalen.
In het Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest varieert de boete: van minimaal eenmaal tot maximaal tweemaal de ontdoken erfrechten voor dat goed.
U doet in de aangifte een onjuiste verklaring
Indien de aangifte nalatenschap, die u heeft ingediend, fouten of onjuiste verklaringen bevat, dan riskeert u een boete. In het Vlaams Gewest is de sanctie een belastingverhoging van 20%. In het Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de boete gelijk aan tweemaal de ontdoken erfrechten.
Misdrijven, bijvoorbeeld met fraude door derden, kunnen worden bestraft met een geldboete.