Erfbelasting

Erfbelasting

De overheid verplicht u om een nalatenschap aan te geven. Want u moet daarop een erfbelasting betalen, in het Vlaams Gewest geïnd door de Vlaamse Belastingdienst.

De belasting wordt geheven op het nettoactief: dat is wat overblijft nadat de passieve nalatenschap (schulden en begrafeniskosten) zijn afgetrokken van de actieve (roerende en onroerende goederen).

De erfbelasting geldt wanneer de overledene een ‘rijksinwoner’ was. Dat betekent dat hij zijn werkelijke of fiscale woonplaats in België had. Is hij geen rijksinwoner? Dan doet u alleen aangifte als de nalatenschap onroerende goederen in België betreft. Die worden belast met het ‘recht van overgang’.

Wanneer betaalt u de erfbelasting?

In het Vlaams Gewest krijgt u een aanslagbiljet voor uw erfbelasting. U betaalt binnen de twee maanden vanaf de verzenddatum van het aanslagbiljet.

In het Waals Gewest en Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de betaaltermijn afhankelijk van de plaats van overlijden. De persoon overleed in:

  • België: dan hebt u zes maanden tijd.
  • Europa: dan hebt u zeven maanden tijd.
  • buiten Europa: dan hebt u acht maanden tijd (Wetboek Successierechten, artikel 77).

Is er uitstel mogelijk?

Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de nalatenschap van een overledene die inwoner was van het Vlaamse Gewest en die van een inwoner van het Waalse of Brusselse Gewest.

Voor een inwoner van het Vlaamse Gewest kan u uitstel van indiening van de aangifte krijgen. Zo’n uitstel moet worden gevraagd aan de Vlaamse Belastingdienst, en wel voordat de wettelijke indieningstermijn voor de aangifte is verstreken.

U kan geen uitstel van betaling krijgen maar in het geval van bijzondere omstandigheden kan u wel een afbetalingsplan krijgen. Dit moet worden gevraagd nadat u het aanslagbiljet heeft ontvangen en voordat de daarop vermelde betaaltermijn is verstreken.

In het Brusselse en Waalse Gewest kunt u een uitstel tot betaling van uw erfbelasting krijgen. Dien daarvoor een gemotiveerd verzoek in bij het Kantoor Rechtszekerheid waar u de aangifte van nalatenschap indiende. U krijgt maximaal vijf jaar uitstel – vanaf de datum van overlijden.

Opgelet: ook mét uitstel moet u nog altijd nalatigheidsintresten betalen!

Wat bij niet-betaling?

In Het Vlaamse Gewest moet u de erfbelasting betalen binnen de betaaltermijn die op het aanslagbiljet is vermeld (twee maanden). Als u niet betaalt binnen de termijn, beginnen er nalatigheidsintresten van 4 percent te lopen op het onbetaalde bedrag.

Als u uw erfbelasting niet betaalt in het Waalse of het Brusselse Gewest, komt daar een wettelijke intrest van 4 procent bovenop. Betaalt u dan nog niet binnen de vijftien dagen na betekening van een dwangbevel? Dan volgt er een boete: die is gelijk aan één tiende van uw verschuldigde successierechten.

Normaal betaalt u de erfbelasting in geld. Op uw verzoek kan dat ook in kunstwerken – op voorwaarde dat ze erkend cultureel onroerend erfgoed zijn in België of dat ze internationale faam hebben (Vlaamse Codex Fiscaliteit, artikel 83³ en artikel 3.4.3.0.2 VCF).

2.3.2 Waarop betaalt u de erfbelasting?

U betaalt de erfbelasting op goederen die tot de nalatenschap behoren.

Maar: het kán gebeuren dat u ook wordt belast op goederen die geen deel uitmaken van de nalatenschap. Een overzicht van drie veelvoorkomende gevallen.

  1. Bij ongelijke verdeling in de huwelijksgemeenschap

Het huwelijksvermogensrecht deelt het gemeenschappelijk vermogen in twee. Maar in een huwelijksovereenkomst tussen beide partijen kan dat anders worden geregeld. Verkrijgt de langstlevende echtgenoot of echtgenote méér dan de helft van  het gemeenschappelijk vermogen? Dan betaalt die belastingen op alles boven die helft.

  1. Bij schenking binnen de drie jaar voor overlijden

Sommige geschenken kunnen worden geregeld zonder notariële akte – zoals de bankgift en handgift. Daarop heft de staat géén schenkingsrechten. Maar gebeurde de schenking in de drie jaar vóór het overlijden? Dan geldt er alsnog erfbelasting op.

  1. Bij derdenbedingen

Een derdenbeding is een verrichting waarbij een bedinger via een belover iets geeft aan een begunstigde. Voorbeeld is een levensverzekering. De verzekeringsnemer (bedinger) zorgt er via de verzekeringsmaatschappij (belover) voor dat iemand anders (begunstigde) kapitaal krijgt. Dat behoort niet tot het eigen vermogen van de overledene. Het is voor de begunstigde: hij behoudt het, zelfs als hij de nalatenschap verwerpt. Wél moet hij er erfbelasting op betalen.

Hoeveel erfbelasting moet u betalen?

Hoeveel erfbelasting u betaalt, is afhankelijk van vier factoren:

  1. uw verwantschap met de overledene;
  2. het gewest waar de overledene zijn domicilie had;
  3. de omvang van het vermogen dat u erft.
  4. het aantal erfgenamen: des te meer erfgenamen er zijn, des te minder er per erfgenaam zal geërfd worden.

1. Verwantschap

Wie komt eerst in aanmerking voor de nalatenschap? De wet geeft daarop een antwoord met de regel van de orden. Die deelt de erfgenamen in vier groepen en bepaalt de volgorde waarin ze tot de nalatenschap worden geroepen. De eerste orde heeft voorrang op de tweede en zo verder.

De eerste orde omvat de afstammelingen zoals kinderen en kleinkinderen. Het erfrecht maakt daarbij geen onderscheid tussen kinderen geboren binnen of buiten het huwelijk. Goed om te weten: adoptiekinderen zijn gelijkgesteld met bloedverwante kinderen. Maar hun verwantschapsband ‘zet zich niet uit’ in het geval van gewone adoptie: een geadopteerd kleinkind van de overledene is bijvoorbeeld niet erfgerechtigd.

De tweede orde omvat (half)broers en (half) zussen met hun afstammelingen, alsook de ouders van de overledene. Zijn er geen broers, zussen of afstammelingen daarvan? Dan behoren de ouders tot de derde orde.

De derde orde omvat verwanten in opgaande lijn (ascendenten), zoals de ouders en grootouders, wanneer er geen broers/zussen, of hun afstammelingen zijn.

De vierde orde omvat ooms, tantes, neven, nichten, …

Erfgenamen in rechte lijn? Dat zijn kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, ouders, grootouders en overgrootouders van de overledene. In het Vlaams Gewest ligt de erfbelasting voor hen tussen 3% en 27%. In het Brussels Hoofdstedelijk en Waals Gewest tussen 3% en 30%. Hetzelfde geldt tussen huwelijkspartners en tussen wettelijk samenwonenden.

Goed om te weten, in het Vlaams Gewest geldt de rechte lijn ook tussen:

  • stiefkinderen en stiefouders;
  • kinderen van de erflater en de persoon met wie die samenwoonde;
  • personen die samenwoonden met de erflater en de ouder(s) van de erflater;
  • personen die reeds meer dan één jaar feitelijk samenwoonden;
  • zogenaamde zorgouders en zorgkinderen.

Bij verwantschap in zijlijn ligt de erfbelasting veel hoger, en bij niet-verwantschap nóg hoger. In het Vlaams Gewest tussen 25% en 55%, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tussen 40% en 80% en in het Waals Gewest tussen 30% en 80%.

2. Gewest en omvang

Het tarief van uw erfbelasting is afhankelijk van het gewest waarin de overledene zijn domicilie had:

Vlaanderen, Wallonië of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Woonde hij de voorbije vijf jaar in verschillende gewesten? Dan geldt de regeling van het gewest waar hij in die periode van vijf jaar het langst woonde (zie de Bijzondere Financieringswet van 16 januari 1989).

VLAAMS GEWEST

Gaat het om een nalatenschap in rechte lijn, tussen gehuwden, tussen samenwonenden of tussen broers en zussen? Dan wordt de erfbelasting berekend op het nettoaandeel van iedere erfgenaam afzonderlijk. Daarbij is er een opsplitsing tussen roerende en onroerende goederen.

Is er een ander soort verwantschap? Dan wordt de erfbelasting berekend op het totale erfdeel van de erfgenaam of zelfs op de nalatenschap als geheel.

Tarief

Tarief tussen erfgenamen in rechte lijn, tussen gehuwden en tussen samenwonenden

De erfbelasting wordt berekend per erfgenaam, op zijn nettoaandeel, waarbij de roerende en de onroerende goederen afzonderlijk worden belast:

schijf van het erfdeel

tarief

van

tot

 

€ 0,01

€ 50.000,00

3 %

€ 50.000,01

€ 250.000,00

9 %

boven de € 250.000,00

27 %

De langstlevende partner heeft een vrijstelling op de eerste schijf van 50.000 euro voor de roerende goederen. Voor kinderen die hun beide ouders verliezen én jonger zijn dan 21 jaar, komt er • een vrijstelling van € 75.000 op roerende goederen

• én een vrijstelling op de woning van de ouders

Tarief tussen broers en zussen

De erfbelasting wordt berekend per erfgenaam, op zijn totale nettoaandeel:

schijf van het erfdeel

tarief

van

tot

 

€ 0,01

€ 35.000

25 %

€ 35.000

€ 75.000

30 %

boven de € 75.000

55 %

Tarief voor andere personen De erfbelasting wordt berekend op de som van alle nettoaandelen van de erfopvolgers van deze categorie:

schijf van het erfdeel

tarief

van

tot

 

€ 0,01

€ 35.000

25 %

€ 35.000

€ 75.000

45 %

boven de € 75.000

55 %

Nieuw sinds 1 juli 2021: de vriendenerfenis Met ingang van 1 juli 2021 zult u een erfdeel van maximum 15.000 euro aan één of meerdere dierbaren kunnen nalaten, aan een gunsttarief van 3%, in plaats van 25%. Deze begunstiging van de zogenaamde vriendenerfenis dient u dan wel uitdrukkelijk in een authentiek testament op te nemen.

Wat met de gezinswoning? De gezinswoning is vaak het belangrijkste en waardevolste deel van de nalatenschap. In het Vlaams Gewest betaalt u er als langstlevende echtgenoot of samenwonende géén erfbelasting op. Als wettelijk samenwonende hebt u sowieso recht op deze vrijstelling, als feitelijk samenwonende moet u eerst minstens drie jaar hebben samengewoond.

Erfgenamen in rechte lijn – zoals kinderen en ouders – komen niet in aanmerking voor deze vrijstelling.

Goed om te weten: de gezinswoning is de woning waar men samenwoont op het moment van overlijden – zo te zien in de bevolkingsregisters.

Uitzonderingen waarbij de vrijstelling tóch geldt:

  • Er is een feitelijke scheiding.
  • Eén of beide partners verblijven in een rusthuis, verzorgingstehuis of serviceflat omdat ze zorgbehoevend zijn.

Bestaat de woning uit meerdere wooneenheden? Dan geldt de vrijstelling alleen voor de eenheid waar de overledene samenwoonde met zijn partner. Wordt een deel van het huis beroepsmatig gebruikt – bijvoorbeeld als dokterspraktijk? Dan is het mogelijk dat de vrijstelling niet geldt voor de hele woning. Maar als het beroepsdeel ondergeschikt is aan het woondeel, blijft de vrijstelling normaal van kracht.

De vrijstelling geldt alleen voor het nettoaandeel van de gezinswoning. Loopt er nog een lening voor – en zijn er dus nog schulden (passiva)? Dan worden die eerst in mindering gebracht om de waarde van de woning te bepalen.

Goede doelen

Met ingang van 1 juli 2021 zullen goede doelen, meestal VZW's of publieke stichtingen, een tarief in de Vlaamse erfbelasting betalen van 0% op hetgeen u hen in een testament zou nalaten.