Werknemer – zelfstandige

De werkgever dient zo snel mogelijk op de hoogte te worden gesteld van het overlijden van de werknemer. Verwittig eerst telefonisch en bezorg hem naderhand een uittreksel uit de overlijdensakte.

Men dient na te gaan of de lonen, het vakantiegeld, de dertiende maand en eventueel andere vergoedingen werden uitbetaald. Het vakantiegeld voor het lopende jaar wordt berekend in verhouding tot de periode waarin werd gewerkt en staat in verhouding tot het loon. Indien de overledene een bediende was, dan betaalt de werkgever het vakantiegeld uit. Als de overledene een arbeider was, dan gebeurt de betaling van het vakantiegeld door het vakantiefonds waarbij de werkgever is aangesloten. Verder moet men na gaan of de sociale documenten, zoals bijdragebons ziekte- en invaliditeitsverzekering, werden afgeleverd. Soms komt het voor dat bepaalde werkgevers een tegemoetkoming in de uitvaartkosten voorzien voor de nabestaanden van de overledene medewerker.

Ga steeds na of er voor de overleden medewerker een groepsverzekering werd afgesloten. In dat geval is er een uitkering van een rente of kapitaal aan de werknemer van toepassing wanneer deze de normale pensioensleeftijd bereikt. Wanneer de werknemer overlijdt vóór het bereiken van de pensioensleeftijd, is er een uitkering van een kapitaal of een rente aan de langstlevende. Als de begunstigde van de groepsverzekering de langstlevende echtgenoot is, of als  de zoon/dochter van de overledene jonger is dan 21 jaar, is men vrijgesteld van erfbelasting. In alle andere gevallen dient men hierop erfbelasting te betalen. 

Arbeidsongeval

Als het overlijden een rechtstreeks of onrechtstreeks gevolg is van een arbeidsongeval, dan kunnen de nabestaanden aanspraak maken op een financiële vergoeding. Iedere werkgever is verplicht een verzekering tegen arbeidsongevallen af te sluiten bij een erkende verzekeringsmaatschappij. De werkgever of één der rechthebbenden moet het ongeval aangeven bij de verzekeringsonderneming. Indien de werkgever weigert het ongeval aan te geven, verwittig dan onmiddellijk het Fedris. De verzekeringsmaatschappij is verplicht (behalve wanneer zij niet aanvaardt dat het om een arbeidsongeval gaat) de volgende vergoedingen uit te betalen:

Een begrafenisvergoeding gelijk aan 30 maal het gemiddelde dagloon.

De transportkosten van het stoffelijk overschot van de plaats van overlijden naar de begraafplaats die gekozen werd door de familie, ook al is dat in het buitenland.

Aan de overlevende echtgenoot/note: een levenslange jaarrente gelijk aan 30 % van het basisloon.

Deze rente mag samen genoten worden met het overlevingspensioen. Cumulatie is slechts mogelijk binnen bepaalde grenzen.

Aan kinderen, gerechtigd op kinderbijslag en in ieder geval tot 18 jaar: 15 % van het basisloon per kind met een maximum van 45 % voor alle kinderen samen.

 Er zijn twee categorieën van begunstigden :

  • De ouders die rechtstreeks voordeel haalden uit het loon van het slachtoffer (of onder hetzelfde dak woonden) kunnen aanspraak maken op een rente van 15 % (geen kind als begunstigde) of van 20 % (noch echtgenoot noch kind als begunstigde) van het basisloon.
  • De kleinkinderen, wezen van vader of/en moeder, die rechtstreeks voordeel haalden uit het loon van het slachtoffer (of onder hetzelfde dak woonden) kunnen aanspraak maken op een rente van 15 of van 20 % zolang zij kinderbijslag genieten.

Broers en zussen komen slechts in aanmerking als er geen andere rechthebbenden zijn.

Zelfstandigen die niet onder de toepassing vallen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 hebben dikwijls een persoonlijke levensverzekering die sommen waarborgt ingevolge een dodelijk arbeidsongeval. Indien deze situatie zich voordoet is het best zo spoedig mogelijk een aangifte in te dienen bij de verzekeringsmaatschappij, eventueel via de agent. Bezorg hem een uittreksel uit de overlijdensakte en een attest van de dokter met vermelding van de oorzaak van het overlijden. Indien de overledene reeds een rente uitbetaald kreeg ten gevolge van een hem vroeger overkomen arbeidsongeval, moet u de instelling belast met de betaling, onmiddellijk in kennis stellen van zijn overlijden.

Overlijden ten gevolge van beroepsziekte (werkend in de privé-sector)

Indien de dood van uw familielid het gevolg is van een erkende beroepsziekte, dient het Fedris verwittigd te worden met een uittreksel van de overlijdensakte. Fedris stuurt dan naar de langstlevende een formulier “post mortemverslag” dat door de geneesheer die de dood heeft vastgesteld moet worden ingevuld. Indien Fedris dit verslag gunstig beoordeelt, worden de volgende vergoedingen uitbetaald:

een begrafenisvergoeding gelijk aan maximaal 30 maal het gemiddelde dagloon

de kosten voor het overbrengen van de overledene naar de plaats waar de familie de overledene wenst te begraven (met inbegrip van kosten voor de administratieve formaliteiten)

aan de overlevende echtgenoot/note: een levenslange jaarrente gelijk aan 30 % van het jaarloon; deze rente mag samen genoten worden met het overlevingspensioen

aan de kinderen gerechtigd op kinderbijslag en in ieder geval tot 18 jaar: 15 % van het jaarloon per kind met een maximum van 45 % voor alle kinderen samen; Indien beide ouders overleden zijn, krijgt elk kind 20 % van het jaarloon met een maximum van 60 % voor alle kinderen samen indien er meer dan 3 gerechtigde kinderen zijn

andere rechthebbenden: ingeval het slachtoffer gehuwd is en inwonende bij zijn ouders, broers en zussen: een levenslange rente van 20 % van het jaarloon voor elk der ouders, en voor de broers en zussen elk 15 % van het jaarloon met een maximum van 45 % voor alle inwonende broers en zusters samen. Bij de berekening van het basisloon wordt het maximum plafond in aanmerking genomen.

De nabestaanden kunnen ook nog voor volgende zaken zorgen:

terugbrengen van in bruikleen zijnde materiaal (wagen, pc, gsm, sleutels, badge, enz.)

persoonlijke effecten recupereren

hospitalisatieverzekering via werkgever verder laten doorlopen voor echtgenoot

 

Zelfstandige

Indien de overledene een ondernemer was, hetzij op zelfstandige basis, hetzij als bestuurder/ zaakvoerder/vennoot in een handelsvennootschap, kan de boekhouder of accountant op zakelijk vlak de nodige stappen ondernemen:

schrapping van het ondernemingsnummer.

aangifte van stopzetting van werkzaamheden bij de BTW-administratie

contact nemen met de belangrijkste schuldeisers/handelspartners/medevennoten

liquidatie of verkoop van de handelszaak

ontbinding of verkoop van de vennootschap

nodige verzekeringen nakijken

door te voeren statutenwijziging en controle statuten op wijze van overdracht van aandelen na overlijden

De echtgeno(o)t(e) van de overleden zelfstandige kan in aanmerking komen voor een overlevingspensioen.

Coördinaten:

Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ) Willebroekkaai 35 - 1000 Brussel tel. 02 546 42 11  

Fedris Sterrenkundelaan 1 - 1210 Brussel Troonstraat 100 - 1050 Brussel tel. 02 272 20 00 

RSZ Rijksdienst voor Sociale Zekerheid Victor Hortaplein 11 - 1060 Brussel tel. 02 509 31 11

 

Vakbond (ABVV, ACOD, BBTK, ACLVB, VSOA, ACV, LBC)

De vakbond (vakvereniging, werknemersvereniging, syndicaat) is de organisatie die de individuele en collectieve belangen behartigt van aangesloten werknemers en andere leden. Zij kunnen het best op de hoogte worden gebracht van het overlijden met een uittreksel van overlijden.

Indien het aangesloten lid nog actief werkzaam was, wordt vaak een uitvaartvergoeding voorzien.